Strijtemnaren dragen als bijnaam “de waterdrinkers”. De oudste vermelding van de dorpsnaam vinden we in een oorkonde uit 1141. Toen schreef men Stritem. Latere schrijfwijzen zijn Streythem, Striethem en in 1570 was dat Strijthem. Van een van de vroegere kasteelbewoners van Strijtem klonk de familiespreuk “Nunc en Semper” (Nu en Altijd). De leuze is perfect toepasbaar op het Strijtem van vandaag want sinds 2003 is de dorpskern beschermd.
Van oudsher twee entiteiten, Borchtlombeek en Kattem, met daartussen “d’Eigendom” (nu langsheen de Reusestraat), een historisch autonoom gebied dat nooit tot een hertogdom (Brabant) of tot een graafschap (Vlaanderen) behoorde.
Vakkundig (?) in twee gesneden bij de fusie van gemeenten in 1977: deels naar Liedekerke en deels naar het al in 1965 gefuseerde Roosdaal. Het naar Liedekerke overgehevelde deel blijft tot de parochie Borchtlombeek behoren. Een aantal oude boerderijen tekenen het dorp. Centraal (Kerkstraat 6) ligt een gesloten hoeve die opklimt tot in de 18de eeuw.
Pamel ontstond aan de oevers van de Dender waar de abdij van Ninove een parochie oprichtte en de heren van Pamel en Ledeberg hun eerste burcht bouwden. Tegelijk groeide er een landbouwersgemeenschap die gebruik maakte van de weilanden en rijke gronden langs de rivier. Dat het dorp uiteindelijk tot het Pajottenland ging behoren, danken we aan twee factoren. Ten eerste werd Pamel in 1236 opgenomen in het Land van Gaasbeek, een slimme zet van de Brabantse hertog Hendrik II. En ten tweede was er Frans-Jozef de Gronckel, de man die men kan beschouwen als de geestelijke vader van het Pajottenland. Daar had alweer de Dender alles mee te maken. De rivier moest dienen als afbakening van zijn “nieuwe” streek. Ook vandaag doet de Dender nog steeds dienst als één van de scheidingslijnen tussen Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen.
Het laagste punt van Pamel, aan de rechteroever van de Dender, was lang de eerste, levendige dorpskern. Daar getuigen het voormalig Meiershuis en het Hof De Kam tot op vandaag van. Het oude dorp is echter niet meer. Veel heeft dit te maken met de bouw van een nieuwe neogotische kerk aan de Grote Varing, een hoger gelegen gedeelte. Die kwam aan het begin van de 20ste eeuw nadat de toren van de oude, middeleeuwse kerk het begaf.
Tweeduizend jaar geleden vestigden de Romeinen zich in de vruchtbare vallei van de “Lome” beek. Toen 1000 jaar later de Lieve Vrouw van Lombeek naar Halle werd gebracht, keerde zij naar haar mooie Lombeek terug.
In 2008 werd O.L.V.- Lombeek verkozen als mooiste dorp van Vlaams-Brabant. In de finale van de wedstrijd “het mooiste dorp van Vlaanderen” won Lombeek het van Gaasbeek en Hakendover.
Het landschap doet denken aan de schilderijen van Breugel en doet zelfs wat Toscaans aan. De woonkernen zijn op harmonieuze wijze in dit geheel geïntegreerd en vooral de dorpskern heeft zijn stemmigheid behouden.
De woningen staan er geschaard rond de historische kerk, het kasteel Rokkenborg en in het centrum “De Kroon”, een afspanning uit de 18de eeuw.
De Hogen berg (Ledeberg) ligt op 75 m boven de zeespiegel. Bij goed weer kan je hier genieten van een mooi vergezicht over het golvende Pajottenland en de uitgestrekte Denderstreek.
De Ledebergse Kluisberg is, wat men noemt, een getuigenheuvel in het Pajotse landschap. Van de vroegere burcht is geen enkel spoor overgebleven. Enkel de kasteel-achtige toren van de kerk doet ons denken aan een burcht.
De voormalige burchtkapel of Kapel van de heilige Apollonia werd in 1963 bevorderd tot parochiekerk. Het is een oude bedevaartplaats, in 12de eeuw al vermeld als hulpkerk van Pamel. In de 13de eeuw wordt ze aan het Sint-Jans-Gasthuis te Brussel geschonken en nog later aan de Norbertijnerabdij van Ninove.
De oorsprong van de kapel is wellicht een burchtkapel van de heren van Ledeberg. De kerk bevat een glasraam van de H. Apollonia uit 1959 en een altaar met een beeld van deze heilige die vereerd wordt tegen tandpijn.
Een van de voormalige heren van de verdwenen burcht, Judocus Vlijt, was de opdrachtgever voor het schilderen van het Lam Gods. Zowel hij als zijn vrouw, Elisabeth Borluut, werden door Jan Van Eyck vereeuwigd in het wereldberoemde werk. Het zou zelfs kunnen dat Jan Van Eyck ooit in Ledeberg zijn opdrachtgever bezocht en onder indruk was van het uitzicht over de vallei: het golvende landschap op het middenpaneel van het Lam Gods is immers erg gelijkend.
Op de Ledebergdries vinden we de woning Borguinon, daterend van 1719 en vanaf 1919 in het bezit van de familie Borguinon. De eigenaar was actief in de frontbeweging en de IJzerbedevaart. De woning behoort tot de Lindemansschool en deed dient als jongensinternaat. Ze werd in 1910 herbouwd.
In 1945 werd het gedeelte van het gehucht “Cathem” dat op grondgebied van Pamel lag, toegevoegd aan het grondgebied van Borchtlombeek. Tegelijkertijd werd een kapelanij opgericht, afhangend van de parochie Borchtlombeek. Een kapelanij met een kapelaan, maar de bewoners van Kattem spraken steevast over hun pastorie en hun parochie.
In 1947 werd een nieuwe kerk en een kleine pastorie gebouwd. In 1966 werd het koor verrijkt met het beeld “de Verrezen Christus” en in 1992, ter gelegenheid van het gouden priesterjubileum van pastoor De Bondt, met twee nieuwe glasramen.
Jozef De Bondt, volks en minzaam werd het “klein pastoortje van Kattem” genoemd.
In 2002 ging hij met pensioen en nam pastoor Smismans van Pamel even zijn taak over tot pastoor Hans Decancq pasoor werd in Borchtlombeek en ook in Kattem.
Kattem had ook gedurende enkele jaren een kleuterschooltje. Het schooltje hield enkele tientallen jaren stand maar werd uiteindelijk gesloten. De parochiezaal is de ontmoetingsplaats voor verenigingen.
Aan de Kapelleweg vinden we een kapel toegewijd aan O.L.V.- van den Eik. In 1880 heeft men deze kapel afgebroken en een nieuwe gebouwd.
Tijdens de eerste wereldoorlog werd er langs de Kattemstraat een kapel opgericht opdat onze soldaten ongedeerd uit de oorlog zouden terugkeren. Bijna negentig jaar later werd de kapel, samen met de omliggende huisjes, aan Providentia verkocht om er een woonerf op te richten. Een nieuwe kapel werd gebouwd op het Pastoor J. De Bondterf.
Hof te Kattem
Hoeve “Hof te Kattem”, een stichting uit de 12de eeuw van de abdij van Ninove. De abdij van Ninove behield het pachthof tot de Franse Revolutie.
Nu is het een boerderij met geplaveid erf en gebouwen in los verband, in de kern opklimmend tot de 18de eeuw doch met bakstenen gevels uit de 19de eeuw vermoedelijk ter vervanging van leembouw waarvan echter geen sporen overblijven.