Op donderdag 6 april 1911 kwam pastoor Paul Cuylits (° Ukkel 22 juni 1856) in de pastorij van de Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlekt-Ontvangeniskerk van Kuregem aan. Na 15 jaren in Brussel leraar te zijn geweest en vijf jaar pastoor in een parochie van Elsene kwam hij in de Sint-Martinusparochie van Strijtem op het Brabantse platteland terecht. Tot kardinaal Mercier hem pastoor van deze Anderlechtse parochie benoemde.
Ook hier kwam de leraar in pastoor Cuylits naar boven en toonde hij - vanuit zijn aangeboren drang om kinderen en jonge mensen te onderwijzen - de weg naar een voorbeeldig en gelukkig leven. De werkende mannen en vrouwen van zijn parochie verzamelde hij in een Katholieke Volksbond in de hoop ze in het parochiale leven te integreren en hen een menselijker bestaan te verzekeren. Want vanaf de eerste dag in Kuregem werd zijn aandacht getrokken op de noden die de arbeidersbevolking diende te ondergaan. Ondernemend zoals hij van nature was, trok Cuylits op die doelgroep af. Hij bezocht de krotten waar ze huisden en noteerde de omstandigheden in een rapport. Het bezorgde hem de bijnaam van ‘curé des taudis’, pastoor van de krotten.
In tussentijd lenigde hij noden waar hij kon. Een sterk voorbeeld van die generositeit zijn de kamergordijnen die hij - tot erge(nis van zijn meid - afhaakte om er communiekleedjes van te laten maken.
Toen de Duitse bezetter in augustus 1914 ook de Brusselse agglomeratie innam, speelde Cuylits opnieuw een eigenzinnige rol. Waar hij vroeger vanop de preekstoel Charles Woeste, de onbetwistbare leider van de conservatieve katholieke partij de mantel uitveeg, predikte hij nu tegen de agressieve bezetter. Het kwam hem duur te staan. Tot driemaal toe werd Cuylits opgepakt en achter de tralies gezet. Telkens kwam hij vrij dankzij een brievencarrousel en vrijkoping door begoede parochianen.
Dé grote verdienste van Cuylits was dat zijn rapport over de slechte behuizing in de Wetstraat ter sprake kwam en zo de regering verplichtte maatregelen te nemen. Omdat deze nauwelijks uitgevoerd werden, liet Cuylits dan maar zelf drie arbeiderswoningen bouwen die door afbetaling verworven konden worden.
Op 3 november 1928 overleed pastoor Cuylits op 72-jarige leeftijd in deze pastorij. Een massa mensen, van allerlei maatschappelijke en religieuze komaf, woonde de uitvaart bij. Cuylits werd bijgezet in het familiegraf op het kerkhof van Drogenbos. In Kuregem werd een straat naar hem genoemd. Tot op de dag van vandaag dragen in Kuregem sociale woonprojecten zijn naam.
In 2021 publiceerden Luc en Maurits van Liedekerke onder de titel Paul Cuylits, een dwars leven als pastoor en Brusselaar het levensverhaal van deze spraakmakende figuur.
Bestellen van het boek via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.